Patiënten met ernstige brandwonden kampen met onzekerheid over de toekomst. Dagelijkse taken kunnen een stuk lastiger worden, omdat de flexibiliteit in gewrichten kan afnemen door het samentrekken van de littekens. Uit onderzoek blijkt dat de huidige analysemethode, die er vanuit gaat dat een klein verlies van flexibiliteit in de gewrichten al gelijk een probleem geeft in het functioneren, niet goed werkbaar is in de klinische praktijk. Anouk Oosterwijk, promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen, deed onderzoek in het brandwondencentrum van het Martini Ziekenhuis in Groningen en introduceert een nieuwe analysemethode; ‘functionele range of motion’. Deze methode geeft beter inzicht in de daadwerkelijke beperkingen bij de uitvoering van dagelijkse taken en welke behandelingen nodig zijn.
Ernstige brandwonden geven vaak stugge, samentrekkende littekens die kunnen leiden tot verlies van flexibiliteit in gewrichten (ook wel contracturen genoemd). De huidige methode definieert het verlies van 1 graad flexibiliteit al als een contractuur. De vraag waar de behandelaars mee worstelen is: wanneer wordt het verlies van flexibiliteit daadwerkelijk een beperking die ervoor zorgt dat je dagelijkse handelingen, zoals haren kammen, schoenen aantrekken, lopen of fietsen niet meer kan uitvoeren? Oosterwijks methode bepaalt welke bewegingshoek van een gewricht, ook wel range of motion genoemd, daadwerkelijk nodig is voor het uitvoeren van dagelijkse taken. “Als je je schouder niet helemaal recht omhoog kunt strekken, hoeft dit bijvoorbeeld nog geen functioneel probleem te zijn bij het kammen van je haren. Maar als je je elleboog niet volledig kan buigen, wordt het al wel erg moeilijk om je nek te wassen. De impact van littekencontracturen op functionaliteit verschilt dus per gewricht en bewegingsrichting,’’ aldus Anouk Oosterwijk.
Voordeel voor de patiënt
Internationale overeenstemming
Anouk Oosterwijk promoveert met haar proefschrift ‘From range of motion to function – Loss of joint flexibility after burns: when is it a problem?’ op woensdag 16 september aan de Rijksuniversiteit Groningen. Voor haar proefschrift werkte ze binnen het samenwerkingsverband van het lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing van de Hanzehogeschool Groningen, het Brandwondencentrum van het Martini Ziekenhuis Groningen en de afdeling Bewegingswetenschappen van het UMCG. Het onderzoek van Anouk Oosterwijk werd gefinancierd door de Hanzehogeschool Groningen. De studies werden medegefinancierd door de Nederlandse Brandwonden Stichting.
Meer nieuws
Vrouwen brandwonden herstellen langzamer
Vrouwen herstellen na een brandwondenongeval langzamer en ervaren een lagere kwaliteit van leven dan mannelijke patiënten met brandwonden, concludeert Inge Spronk in haar proefschrift 'The Burden of Burn Injuries'. Dit geldt ook voor mensen met psychische klachten en...
’Dit is emotioneler dan ik ooit meemaakte’
Monelle Dalhuijsen (30) uit IJmuiden viel kort nadat ze in het Rode Kruis Ziekenhuis (RKZ) begon als intensive care-verpleegkundige in opleiding meteen met haar neus in de boter. En dan niet in een pakje zachte boter, maar in hete bakboter. ,,We hadden ons voorbereid,...
Sirenes, zwaailichten, spandoeken, applaus
Sirenes, zwaailichten, spandoeken, applaus en fakkels voor RKZ personeelMet sirenes, zwaailichten, spandoeken, applaus en fakkels kwamen de hulpverleners van de Veiligheidsregio Kennemerland vrijdagavond het personeel in het Rode Kruis Ziekenhuis (RKZ) een hart onder...